Ellenlange wachttijden in de mentale zorg kunnen schrijnende gevolgen hebben: “Klachten worden erger en soms escaleert de situatie tot een suïcide”

Terwijl corona verder woedt, gaan steeds meer alarmsignalen af. Want het aantal Belgen met mentale problemen neemt toe, maar onze mentale zorg kan niet volgen. Dat kan het al een hele tijd niet: hulpbehoevende jongeren en volwassen kwamen al voor de pandemie op lange wachtlijsten terecht. Met het gevolg dat hun problemen verergeren of ze elders suboptimale hulp zoeken. “Zelfs voor een ernstig suïdale jongere is er nergens plaats. ‘Probeer volgende week nog eens’, krijgt dat gezin te horen.”
Elk jaar kampt in ons land maar liefst 1 op de 5 minderjarigen en 1 op de 7 volwassenen met een mentale stoornis. Tegelijk krijgen maar 4 op de 10 volwassenen en 3 op de 10 jongeren binnen het jaar (!) een professionele behandeling. In Vlaanderen alleen al gaat dat jaarlijks naar schatting om 69.000 jongeren en 351.000 volwassenen die een psychische stoornis hebben maar niet op tijd worden behandeld. Het zijn schrijnende cijfers van Zorgnet-Icuro, de koepelorganisatie voor betere zorg.
Halfjaar wachten
Er schort van alles aan de geestelijke gezondheidszorg in ons land, zeggen professionals al een hele tijd. Therapie blijft voor veel Belgen onbetaalbaar. Maar zeker ook de ellenlange wachttijden zijn een groot probleem. Bijna 1 op de 2 hulpbehoevende minderjarigen (44,6 procent) staat op één of meer wachtlijsten, blijkt uit een onderzoek bij 1.600 Belgen van Universiteit Antwerpen. Bij volwassenen is dat 1 op de 6.
In sommige gevallen zijn die hulpbehoevenden binnen een maand geholpen: volwassenen die naar een psychiater (53,8 procent) of psycholoog (67,2 procent) gaan, bijvoorbeeld. In andere gevallen loopt de wachttijd op tot een half jaar: onder meer bij de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg (23,2 procent) of de psychosociale revalidatiecentra (22,5 procent). Bij kinderen tot en met 18 jaar zijn de cijfers nog slechter. 7 op de 10 hulpbehoevende kinderen kunnen pas na drie maand bij de psycholoog terecht. Een kwart wacht een halfjaar op een psychiater. 2 op de 5 wacht een halfjaar bij een Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg. Een derde wacht een maand op een crisisopname.
Ondertussen worden de klachten erger
In een interview met NINA dit weekend geeft Ilse Van Loy, vrouw van Peter Van de Veire en kinder- en jeugdpsychiater, een treffende getuigenis. “Recent had een ernstig suïcidale jongere in de praktijk dringend een opname nodig. Maar er bleek nergens plaats te zijn. Probeer het volgende week nog eens, krijgt dat gezin dan te horen. Maar dan kan het al te laat te zijn. Kan je je voorstellen dat je kind met een gebroken arm op spoed te horen krijgt dat het enkele dagen later maar moet terugkomen? Het verschil tussen de middelen die worden vrijgemaakt voor lichamelijke en geestelijke zorg is schrijnend.”
Gedragstherapeut en onderzoeker Kris Van den Broeck werkte mee aan de studie van de Universiteit Antwerpen. “We blijven inderdaad aanmodderen, terwijl niet in het minst steeds meer kinderen en jongeren lijden onder de coronamaatregelen. Het is een oogst die we in België al lang zaaien, door jaren gebrekkig te investeren in onze geestelijke gezondheidszorg. De wachttijden blijven een groot probleem op het veld, en toch bestaat er amper infrastructuur om patiënten ondertussen op te vangen. Veel hulpbehoevenden moeten die wachttijd eenzaam uitzitten, met alle gevolgen van dien.”
Alternatieve hulp opzoeken?
Het lange wachten zorgt er immers vaak voor dat de klachten van de hulpbehoevende erger worden. Dat gebeurt bij maar liefst 43,8 procent van de volwassenen en de helft van de kinderen. Veel van hen geven aan dat ze ondertussen gaan twijfelen of ze de hulp wel willen verderzetten en verliezen de motivatie. Ze voelen zich in de steek gelaten, niet zelden ontstaan er ook spanningen in het gezin en soms escaleert de situatie tot een suïcidepoging of een andere noodkreet.
Ook omdat er inderdaad amper professionele ondersteuning is tijdens de wachttijd. 6 op de 10 volwassenen zoeken steun bij vrienden of familie, de helft klopt aan bij de huisarts of een andere professional, waar ze soms medicatie krijgen. Anderen gaan wanhopig op zoek naar alternatieve vormen van therapie, zoals spirituele healers, lifecoaches of homeopathie. Het verklaart ook het succes van ‘Onbespreekbaar’, het project van de Gentse dj Jef Eagl en Nicolas Overmeire dat mentale gezondheid bespreekbaar wil maken. Vorige maand kreeg het hevige kritiek, omdat de ongediplomeerde mannen jongeren gingen laten betalen voor consultatiesessies met hen. Maar zonder een grondige opleiding iemand mentale hulp verschaffen, kan meer kwaad doen dan goed. In een Instagram Live (die later offline werd gehaald) stelde Eagl een jongere die anorexia overwon bijvoorbeeld vragen die erg triggerend konden zijn, voor de jongere én voor luisterende anorexiapatiënten.
Natuurlijk zijn niet alle alternatieve hulpvormen problematisch. Maar het probleem is ook: we weten niet welke dat wél zijn. “Mensen zoeken ze wel op, maar we hebben niet altijd zicht op hun werkzaamheid”, zegt Van den Broeck. “Een professional is zwaar gereglementeerd. Psychiaters moeten elf jaar studeren, psychologen tien en ze moeten bijkomende opleidingen volgen. Kan je een lifecoach die 4 weken studeert daaraan gelijkstellen? Het is belangrijk dat we de werkzaamheid van die alternatieve behandelingen onderzoeken. Zo kunnen huisartsen er ook over waken dat hun patiënten geen nefaste behandelingen opstarten. En we moeten hun veiligheid in de gaten houden. Weet zo’n alternatieve hulpverlener wanneer het zijn petje te boven gaat en hij zijn cliënt moet doorverwijzen?”
“Soms is er geen kwaad geschied als een alternatieve behandeling niet werkzaam is. Soms kan een alternatieve hulpverlener zelfs meer tijd vrijmaken voor zijn patiënt dan een klassieke hulpverlener. Maar dat het de verkeerde kant opgaat, is ook mogelijk.”
Beter zou volgens Van den Broeck zijn dat we hulpbehoevenden meer opvolgen tijdens de wachttijd. “Een organisatie die een wachtlijst heeft, zou aan wachtlijstmanagement moeten doen. Op geregelde tijdstippen alle wachtenden opbellen om te vragen hoe het gaat en eventueel de prioriteit aanpassen. Hier en daar gebeurt dat al, maar dat moet nog meer. Die infrastructuur moet beter.”
Buddy’s en een netwerk
Deel van die infrastructuur zijn de Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW). Zij werken hard om overbruggingshulp aan te bieden aan hulpbehoevenden op wachtlijsten en zijn een goed voorbeeld van hoe het beter kan. “Soms komen die wachtenden zo hard in een tunnelvisie terecht. ‘We staan er alleen voor en niemand wil ons helpen’, denken ze. Dan is alternatieve hulpverlening niet altijd slecht”, zegt directeur Anita Cautaers. “Zolang een patiënt zich maar geholpen en gehoord voelt. Maar zulke mensen zijn ook kwetsbaar. Het gebeurt weleens dat een ongediplomeerde therapeut een financiële afhankelijkheid bij de patiënt creëert. Als hulpbehoevende moet je echt kritisch blijven.”
Dan is een CAW een veiligere optie voor wachtenden. “We vangen hen bijvoorbeeld op door samen met hen te onderzoeken bij wie ze in hun netwerk in tussentijd terechtkunnen. Mensen die ze kunnen opbellen als ze het moeilijk hebben. Of we geven hen vrijwillige buddy’s, een hulpverlener die de onderliggende sociale problemen aanpakt, of leiden hen naar een zelfhulpgroep. Afhankelijk van de situatie en het probleem. Wij proberen hen te helpen in de dagdagelijkse context. Want dat is de realiteit van veel hulpbehoevenden: zij moeten elke dag zien te overleven in hun moeilijke situatie.”
Wacht je op hulp? Je kan professionele hulp krijgen bij het CAW: bel gratis 0800 13 500. Of bel voor een goed gesprek naar Tele-Onthaal op het nummer 106.
Wie met vragen zit rond zelfdoding, kan terecht op de Zelfmoordlijn via het gratis nummer 1813 of op http://www.zelfmoord1813.be.
Bij heel wat mensen zit de coronamoeheid erin. Het wordt bij jongeren zwaar. Omdat ze eigenlijk heel veel moeten veranderen in hun leven en dagelijks leven. En dat zie je ook bij volwassenen terug keren. Juist omdat ze het leven anders kennen en niet weten hoe ze nu om moeten gaan met bepaalde dingen. De wachtlijsten zijn lang en het belangrijkste van al is blijven praten. Men kan eigenlijk nog veel doen. Maar ik begrijp ook dat de jeugd terug wilt gaan sporten wilt gaan feesten wilt gaan reizen en noem maar op. Men kan het ook anders bekijken. Je kan gaan wandelen je kan het dan ook gezellig maken. De natuur heeft veel te bieden alhoewel velen door niet bij stil staan. Men mag niet vergeten dat ouders met kinderen vaak de ouders zijn die het probleem nu projecteren om hun kinderen. Thuis werk kinderen die thuis zijn een partner die ook thuis werk is nooit gekend. Daar heel wat problemen door kunnen ontstaan. Daar vaak niet bij stilgestaan wordt. Probeer als ouder er voor je kind te zijn. Luisteren kan al heel veel opleveren.
Voel je zeker niet alleen met een bepaald probleem en durf dan ook hulp in te schakelen.

AUM NAMASTE BOEDDHA BRUNO
Om Shanthi,
spiritueel en het aardse moet men kunnen verbinden
AUM MANI PADME HUM