Ilse jeugdpsychiater pleit voor een radicale terugkeer naar vrij spel: “Zelfs in de kleuterklas zijn er al puzzelkampioenen, dan denk ik: serieus?”

Voor je het weet zit een dag vol school, huiswerk, hobby’s en geplande activiteiten. In haar eerste boek ‘Moeder, waarom spelen wij (zo weinig)’ pleit Ilse Van Loy – ze is kinder- en jeugdpsychiater, mama – voor een terugkeer naar meer vrij spel. “Want als we zo doorgaan, krijgen we over pakweg 40 jaar vooral angstige en starre mensen die veerkracht en creatief missen.” Wat volgt, is een gesprek over een wereld waarin controle en prestaties van kinderen overheersen, over alternatieve onderwijssystemen en de moeilijkheid van opgroeien, en over het essentieel belang van spelen. Voor de allerkleinsten, maar zeker ook voor u en mij.
Vanwaar het idee om een boek te schrijven over vrij spelen?
“Eigenlijk vanuit een frustratie. We vinden vrij spel een evidentie, maar dat is het al lang niet meer. De klemtoon bij kinderen ligt voortdurend op kennen en kunnen. Zelfs in de kleuterklas zijn er al puzzelkampioenen en allerlei taakjes, dan denk ik: serieus? Aanleren moet almaar sneller en jonger. Maar we merken in de praktijk dat steeds minderen kinderen daar goed hun weg in vinden en logischerwijs ook sneller uit de boot vallen. En we vergeten dat ook de allerkleinsten zich eerst emotioneel goed in hun vel moeten voelen vooraleer ze dat kennen en kunnen onder de knie krijgen, en daar is vrij spel een levensbelangrijk, lang gekend, maar toch vergeten begrip.”
Als ik vrij spel hoor, zie ik spontaan kinderen ravotten in de bossen. Wat versta jij daaronder?
“Kinderen die zelf een scenario schrijven en onderling regels maken, zonder inmenging van buitenaf. Let wel, een kind kan alleen tot creatief spelen komen als er beveiligende grenzen zijn, maar het mag niet controlerend worden. Het is dus belangrijk dat het kind weet dat zijn mama of papa er voor hem is, ergens op de achtergrond.”
Welk effect heeft spelen zonder regels op de ontwikkeling van onze kinderen?
“Kinderen die voldoende ruimte krijgen voor vrij spel, ontwikkelen een veel flexibeler brein en kunnen zich makkelijker aanpassen in bepaalde omstandigheden. In een spel zonder regels nemen kinderen verschillende rollen in en gaan ze hun binnenwereld uiten. Stel: een hond blaft en je kind heeft schrik gekregen. Als je nadien het kind voldoende ruimte geeft om vrij te spelen, gaat die in de veilige wereld van zijn of haar spel aan de slag met opgedane angsten en ervaringen: in dit geval de boze hond. Enerzijds is dat dus een verwerkingsproces, anderzijds leren ze zo ook oplossend denken, maar vooral: ze leren hun eigen spanningsniveau reguleren en zullen op latere leeftijd minder stress ervaren. Spelen heeft dus niet alleen een invloed op het welzijn van kinderen tijdens hun kindertijd, ook lang daarna blijft spel een belangrijke factor om een gelukkige leven te kunnen leiden. “
Een citaat uit je boek: ‘laat ons een kind verveling gunnen’.
“Vanuit verveling ontstaat creativiteit. Laat kinderen zelf eens iets bedenken in plaats van alles voor hun te plannen of hun speelgoed voor de dag keurig klaar te leggen. Pas op, ik heb het gevoel dat we tegenwoordig als volwassenen ook in een kramp schieten als we eens ‘niks’ te doen hebben. Maar zo geef je aan jouw kind wel mee dat stilvallen of vervelen iets slecht is, terwijl dat net voor vertrouwen kan zorgen bij de allerkleinsten. Als je alles voor een kind invult, maak je die heel afhankelijk. Wat maakt dat ze later ook bang gaan zijn om te beslissen.”
In je boek las ik dat kinderen al minstens 145 procent meer tijd aan huiswerk spenderen, 25 procent minder spelen en 18 procent meer op school zitten, vergeleken met ongeveer 40 jaar geleden. Zijn de verwachtingen die het onderwijsveld vandaag oplegt te hoog?
“We leggen de nadruk verkeerd. We kijken naar kinderen vanuit een volwassen bril, vanuit onze waarden en normen. Ik maak de vergelijking met de kinderarbeid vroeger. Dat ging over wat voor de volwassenen voordelig was: kleine vingers die de industrie deden draaien. Het is misschien een harde vergelijking, maar ook vandaag hebben we specifieke technische en cognitieve vaardigheden nodig om onze economie draaiende te houden. Ik ben ervan overtuigd dat als je de ruimte geeft aan kinderen – ook op school – om meer emotioneel vrij te zijn en te spelen dat je een veel productievere, weerbaardere en creatievere populatie gaat krijgen. We mogen niet vergeten dat de wetenschap alleen maar verder kan evolueren als wij creatieve kinderen kweken. Maar als we zo doorgaan, zal de innovatie snel uitdoven en krijgen we vooral angstige en starre mensen die weinig veerkrachtig en creatief zijn. En daar gedijt extremisme heel goed in. De kracht van spel mogen we als mensheid niet verliezen.”
Je verwijst in je boek bovendien naar alternatieve onderwijssystemen. Ik moest daarbij spontaan denken aan mijn neefje die het eerste middelbaar volgt in De Met. Daar kennen ze geen vast lessenrooster, wel een individuele leerroute per kind. Leerkrachten zijn er coaches. Kinderen maken zelf hun planning. En er wordt gewerkt met challenges, spelenderwijs leren dus. Is dat de toekomst?
“Hoe meer verschillende onderwijssystemen we kunnen aanbieden, hoe beter. Voor kinderen die een grote behoefte hebben aan exploratie en creativiteit werkt dit perfect. Voor andere kinderen zou een systeem zoals in Finland dan weer bevorderend zijn. Daar gaat veel meer aandacht naar welzijn, zorg en de ontwikkeling van eigen talenten. Daar is het bij wet verboden om een kind in de lagere school te quoteren met punten. Ze gaan tot de middag naar school en daarna wordt gefocust op persoonlijke ontwikkeling in vrije tijd. Ik wil eigenlijk naar een onderwijs dat niet vastgeroest zit op één bepaald stramien, want dat is een pijnpunt in onze maatschappij.”
Zet je eens samen in de zetel met je kind. Laat de televisie uit en na vijf minuten ontstaat er sowieso iets van spel. Laat je als speelse ouder ook gewoon meeslepen.
Uit onderzoek – zo citeer ik uit je boek – blijkt dat speelse volwassenen gemiddeld tien jaar ouder worden dan volwassenen die dat minder zijn. Leg me eens uit hoe ik een speelse ouder kan zijn?
“Voor alle duidelijkheid: ik huppel ook niet elke dag in een konijnenpak door de tuin hé. Al durft mijn echtgenoot dat weleens doen (lacht). Ik bedoel maar, er zit een evolutie in spel. Daar waar kinderen in de letterlijkheid spelen – ze gaan echt het monster en de politieagent nadoen – gaan we naarmate we ouder worden, spelen met humor, muziek en seksualiteit tot intern spelen met gedachten. Hoe vaak ik met mijn man fantaseer over toekomstige reizen of het gat in de markt dat we ooit weleens zullen vinden (lacht). Ook dat is spelen. En een speelse ouder is dan weer een mama of papa die zich kan afstemmen op de binnenwereld van het kind, zich bewust is van die andere positie en zich kan verplaatsen in die leefwereld. Zet je eens samen in de zetel met je kind. Laat de televisie uit en na vijf minuten ontstaat er sowieso iets van spel. Laat je als speelse ouder ook gewoon meeslepen.”
Toen ik je boek las, moest ik denken aan twee vriendinnen. Ze hebben beide jonge kinderen, maar in opvoeding zijn ze elkaars tegenovergestelde. De ene uiterst beschermend en controlerend, de andere eerder vrij en zorgeloos. Ik heb nog geen kinderen. Welke ouder moet ik worden?
“Grijp je als ouder te veel in, dring je jezelf op in het spel van een kind, dan ontneem je het de kansen om zelfstandig te worden. Al is het met intonatie, lichaamshouding of mimiek: kinderen lezen hun ouders perfect. Jij bent de referentie voor hun nieuwsgierigheid en hun speelsheid. En als je te vaak angst weerspiegelt, krijg je angstige kinderen die zich meer geremd voelen. Zulke kinderen krijgen veel te weinig de kans om op zichzelf te leren vertrouwen, zelfstandig te worden, te verwerken en hun plan te leren trekken. Je vertrekt als ouder natuurlijk uit belevingen en eigen ervaringen, maar je moet je heel erg bewust zijn van wat je meegeeft aan je kind. Ik ben als kind ook uit de schommel gevallen met een ernstige armfractuur, maar het leven gaat gepaard met risico’s. Ik zeg niet dat je het moet opzoeken, maar het is wel een realiteit en maakt sterke kinderen. Ons zoontje Lex (2,5) is nogal onstuimig en heeft niet zo heel veel schrik. Maar als ik hem op een steile trap zie schieten en hij kan de eerst trede zeer moeilijk pakken, dan rep ik me ook wel tot daar hoor. Zou ik misschien minder snel ingegrepen hebben als er andere – oudere – kinderen bij waren? Ja, dat wel.”
Wachttijden voor psychische zorg nemen elk jaar dramatisch toe en kinderen op almaar jongere leeftijd zoeken hulp. Zie je in de praktijk voorbeelden waar vrij spel veel had kunnen voorkomen?
“Dat is toch een beetje het punt dat ik wil maken. Ik krijg steeds vaker kleuters over de vloer waar ze zeer forse problemen mee hebben. Jonge kleuters die geschorst worden op school door bijvoorbeeld agressie. Dan krijg ik een hulpkreet van de ouders, maar als je dan voorstelt dat ze mogen langskomen, pakweg dinsdag om 11 uur is het: ah nee, tijdens de schooluren gaat dat niet, want stel dat hij leerachterstand zou oplopen. Maar zo’n jong kind op consultatie sturen na acht uur op school te zitten, dat maakt het probleem allesbehalve beter.”
Naast meer vrij spel, pleit je ook voor meer geld in de geestelijke gezondheidszorg.
“Vandaag gaat er amper 0,36 procent van het totale gezondheidszorgbudget naar kinder- en jeugdpsychiatrie, dus naar het mentale welzijn van onze kinderen en jongeren. Terwijl zij net onze toekomst zijn en de Europese aanbeveling 2,5 procent is. Als Westers en vooruitstrevend land hinken we daar toch serieus achterop.”
Zijn er dingen die jij en Peter anders doen in de opvoeding van jullie zoontje Lex (2,5) dan andere ouders van 2,5-jarigen?
“Ik ben geen perfecte ouder, Peter ook niet. Ik heb mijn eigen verstarde zones en hij ook. Maar we vinden het belangrijk om samen in herstel te blijven gaan. We creëren bewust meer tijd voor vrij spel. Zo staat er ‘s avonds geen televisie op zolang Lex niet slapen is. Het is niet dat wij constant zijn handje vasthouden, hij speelt vaak en graag alleen en wij zijn beschikbaar. Als hij eens iets komt vragen, gaan we er zo speels als we kunnen in mee en zo gaat het heen en weer. Waarmee ik niet wil zeggen dat wij nooit eens een iPad bovenhalen op restaurant.”
Conclusie. Moeten we allemaal meer met onze kinderen ‘de vloer is lava’ spelen?
“Ik denk vooral dat we onze kinderen die speelsheid moeten blijven meegeven, omdat we zo in hun hoofd ook een veilige plek creëren. Dan gaan ze nieuwsgieriger en minder angstig naar de wereld kijken. Al kan ‘de vloer is lava’ spelen natuurlijk nooit kwaad (lacht).”
Alles draait om cijfers en leren. Spelen komt tegenwoordig op de laatste plaats. En ook vaak de ouders willen hun kind zien presteren goede cijfers halen het nodige doen voor school. Maar waar is het kind. Het kind dat wilt spelen ravotten vuil zien. Ik hoor wel eens ouders zeggen. Als mijn kind geen 80% haalt straf ik. Omdat ik weet dat het cijfer behaald kan worden. Mensen daar gaan echt mijn kleinste haartjes van naar boven staan. Net zoals in de tekst beschreven is. De kleuterschool is leren op een spelende wijze met elkaar omgaan. Maar als ik dan zie in de laatste kleuterklas dat ze al moeten voldoen aan bepaalde cijfers of ze mogen niet naar het eerste studiejaar. Waar is het spelen gebleven.
Natuur en dat geef ik ook toe. Het buitenspelen als 40-50 jaar geleden is anders.
Maar nu zitten vele kinderen binnen en kennen maar een ding pc of dergelijke. Daar groeien ze mee op en dat is vaak ook nog eens wat ze in school nodig hebben. Schrijven is voor velen al heel moeilijk en zeker een opstel. Ik deel deze tekst gewoon om te laten zien. Mensen laat een kind toch niet alleen uit cijfers bestaan laat het zich ook een vuil maken laat het kind zijn.
Veel volwassenen hebben zelfs een angst om hun innerlijk kind aan te spreken. Durven ook niet echt het kind in hen naar boven brengen. Door angsten (wat gaan ze wel niet denken) of spijtig genoeg dat ze bepaalde dingen hebben meegemaakt.
Laat het kind spelen laat het los in je.

AUM NAMASTE BOEDDHA BRUNO
Om Shanthi,
spiritueel en het aardse moet men kunnen verbinden
AUM MANI PADME HUM