Nachtmerries: de miskende schatten van het onbewuste

Fantasie, Geest, Nachtmerrie, Droom, Dromen

We kennen ze allemaal wel: die nachtmerries waarin we worden achtervolgd door onze angsten en net op het nippertje ontwaken voordat we worden opgegeten door de wilde beer, gepakt door enge achtervolgers of in de afgrond storten.
Als we wakker worden, verwijzen we dergelijke dromen het liefst zo snel mogelijk naar de prullenbak van het onbewuste. Maar eigenlijk is dat jammer. Niet alleen jammer, maar zelfs contraproductief. Want nachtmerries hebben ons niet alleen belangrijke zaken te vertellen, ze hebben de neiging terug te komen als hun boodschap niet ontvangen wordt.
De redenen dat we nachtmerries het liefst wegstoppen heeft te maken met de menselijke neiging om pijn en angst te willen vermijden. Het is een logisch gevolg van het feit dat we in incarnatie verbonden zijn met een lichaam.
Het lichaam wil prettige zaken voelen, en pijn vermijden. Het is zelfs een instinctieve overlevingsreactie om weg te gaan van pijn.
Maar zelfs bij het lichaam is het onverstandig om pijn te negeren en ervan weg te gaan met je bewustzijn: het is immers een belangrijk signaal dat er iets mis is. Het is verstandig je hand van een gloeiende kookplaat af te halen. Het is niet verstandig de pijn in je lijf te negeren, want die kan wijzen op een onderliggend probleem dat aandacht nodig heeft, en zou kunnen verergeren als er geen interventie komt.

Een andere reden dat we nachtmerries het liefst zo snel mogelijk vergeten, is dat veel mensen nog steeds de neiging hebben dromen te letterlijk op te vatten.
Zo kwam er ooit in mijn eerste droomcursus een jonge man die doodsbenauwd was door een droom waarin hij zijn eigen begrafenis zag. Hij was bang dat de droom zijn eigen op handen zijnde dood voorspelde. Maar zoals zo vaak bij dromen over de dood, bleek de droom na enig onderzoek te maken te hebben met zijn psychologische transformatieproces! Hij was als het ware zijn oude β€˜ik’ aan het begraven.
Nog een reden is dat er in de meeste nachtmerries sprake is van angst, van zaken die onze angst opwekken. En angst is geen fijn gevoel… er is enige moed voor nodig om onze angsten onder ogen te zien.
Maar als we de moed op kunnen brengen ons om te draaien in plaats van de vluchten voor dat wat ons in onze dromen achtervolgt, is de beloning navenant!

Zo had ik een regressiecliΓ«nte die al jaren werd geplaagd door nachtmerries in de vorm van achtervolgingsdromen. Vrijwel elke nacht werd ze achtervolgd door groepjes jongeren, misdadigers, mannen die niets goeds in de zin hadden, etc. Ze was altijd op de vlucht. Soms werd ze gepakt, soms kon ze nog net wegkomen. Maar ze bleef vluchten.

In een sessie besloten we terug te gaan in haar meest recente angstdroom om het gesprek maar eens aan te gaan met dat wat haar achtervolgde. In deze droom betrof het een groepje jongeren op een schoolplein dat haar pestte en pijn wilde doen. Toen we terug gingen in de droom, zagen de kinderen eruit als een soort demonen. Toen we de confrontatie aangingen drong het tot mijn cliΓ«nte door: de β€˜demonen’ waren haar eigen angsten! Het waren angsten die in haar kindertijd waren ontstaan, en die we nu één voor één konden helen in regressie naar haar innerlijke kind.
Bij de volgende afspraak vertelde ze dat ze sindsdien niet één nachtmerrie meer had gehad – alleen nog maar één relatief mild angstdroompje!

Maar het mooiste voorbeeld van een helende nachtmerrie was de droom van een jonge man wiens geboortestad werd overspoeld door dodelijke monsters. Ze vermoordden iedereen die ze in de weg stond. Noch vluchten, noch de held spelen bood een oplossing: uiteindelijk werd hij zelf gedood door een monster dat hem op bijna onpersoonlijke wijze de keel afsneed.
Hij was zo dapper de droom te willen onderzoeken door er in een visualisatie in terug te stappen. Hij sprak een van de monsters aan, en die gaf aan dat zij slechts werden gestuurd door een hogere instantie. Ik kreeg al kippenvel. Dit was vast niet wat we zouden verwachten… en inderdaad. Toen mijn cliΓ«nt op zoek ging naar de β€˜baas’ van de monsters, degene die ze gestuurd had, kwam hij oog in oog te staan met… Aartsengel Michael. De energie van Michael was voelbaar aanwezig in de praktijkkamer. Hij vertelde dat hij de monsters had gestuurd om mijn cliΓ«nt iets te helpen leren over zijn mannelijke kracht. De monsters lieten hem zien dat noch vluchten, noch het ego-spelletje van erkenning krijgen door de held te spelen de manier waren om in zijn kracht te staan, tactieken die hij goed kende. Waar het om ging, was om kalm en stevig geworteld te zijn in zijn mannelijke energie. Echte moed. Onbewust nam mijn cliΓ«nt op dat moment de houding aan van een ridder in rust, die met zijn handen op het gevest van zijn zwaard leunt. Kippenvel. Wat een prachtige manifestatie van mannelijke kracht in evenwicht. Een spirituele krijger.
Deze nachtmerrie liet ook heel mooi zien, hoe uiteindelijk alle angst een onderdeel is van het goddelijke spel, de ontwikkelingsweg die we allen gaan. De β€˜monsters’ zijn ook maar in dienst van het goddelijke, en niet bedoeld om ons te pesten maar te helpen groeien. Alles in het universum, ook het β€˜kwaad’, dient uiteindelijk de Bron, en ons als manifestatie van de Bron op ons pad naar Ascentie, de totale verwerkelijking van de goddelijke ziel.

BRON: https://www.nieuwetijdskind.com/nachtmerries-miskende-schatten-onbewuste/

Een nachtmerrie willen we vaak zo snel mogelijk vergeten. Maar toch geeft het ook een teken. Vaak heeft een nachtmerrie te maken met een gestrest leven of een angstig voorval. Je kan iets niet echt goed plaatsen en daar droom je ’s nachts van. En dan kan het wel eens goed doen om deze te laten analyseren en kijken wat eruit komt. Wij mensen ervaren niet graag een angst en pijn. Dat verdrijven we uit ons. Maar toch zijn het ook lessen die je eruit kan leren.
Ook zit er een mogelijkheid in dat het komt van je verleden. Iets dat niet of nooit verwerkt is.

Bloed, Angst, Fobie, Tremor, Halloween, Forest, Donker

AUM NAMASTE BOEDDHA BRUNO
Om Shanthi,
spiritueel en het aardse moet men kunnen verbinden

AUM MANI PADME HUM