Hoe omgaan met angst om terug normaal te gaan leven? “Vraag gewoon wie hand of kus wil”
N-VA-voorzitter Bart De Wever zei het eerder al zo: “Er is een bijzonder grote angst en ik begrijp ook bange reacties van bijvoorbeeld leerkrachten die weer voor de klas moeten staan. (…) Maar op een gegeven moment gaan we over onze angst moeten stappen, want ik zeg het nog eens: dit virus kan nog twee jaar bij ons zijn.” Ondanks de langzame versoepeling van de maatregelen en het vooruitzicht dat we ‘ons kot’ wat meer mogen verlaten, is een deel van ons toch angstig om terug te keren naar het normale leven.
“Het eerste wat ik zal doen na deze lockdown? Nog wat langer binnenblijven en al zeker niet op restaurant of naar de zee gaan”, schreef een lezer. Is dat een normale reactie?
Tine Daeseleire, klinisch psychologe bij The Human Link: “Ja. Iedereen beseft intussen dat er wel degelijk een grote dreiging is om besmet te worden. Iedereen weet ook dat onze regering zoekende is geweest om de juiste beschermingsmaatregelen te nemen. Kijk maar naar de discussie rond de mondmaskers. Ik denk dat we op dit moment nog zo weinig over het virus weten dat we niet kunnen zeggen hoeveel angst gerechtvaardigd is.”
We zouden toch net blij moeten zijn om stilaan weer richting een normaler leven te gaan?
“Voor veel mensen is dat vooruitzicht hoopgevend, maar die stap is niet voor iedereen gemakkelijk. Back to normal is trouwens een dooddoener. Het was een heel bizarre periode voor heel veel mensen, en ik denk dat die zijn naweeën zal hebben. Het straatbeeld zal er ook anders uitzien, omdat meer mensen een mondkapje zullen dragen. Er gaan meer handen gewassen geworden, er zal misschien minder gekust worden.”
“Ongeveer 65 procent van de mensen heeft een enorm goed aanpassingsvermogen en zal die switch heel makkelijk kunnen maken. Dat zagen we een goede maand geleden ook toen de maatregelen werden aangekondigd. 35 procent heeft meer moeilijkheden om zich aan te passen. Zo’n 10 à 15 procent heeft risico op chronisch disfunctioneren na een crisissituatie – ze leden vaak voordien al aan een psychische aandoening of stressstoornis.”
“Ik zie trouwens nog een gevolg van angst: sommigen zijn striktere maatregelen gaan toepassen voor zichzelf, boven op alle maatregelen van de overheid. Ze doen bijvoorbeeld voor 14 dagen boodschappen om hun kot zo weinig mogelijk te verlaten. Ze mógen dat natuurlijk, maar dat extra veiligheidsgedrag kan wel problemen geven als ze weer aan het werk moeten.”
Omdat ze moeten samenwerken met mensen die tijdens deze crisis nooit bang zijn geweest?
“Er zijn inderdaad veel mensen die geen of minder angst hebben omdat ze vinden dat ze door de maatregelen goed beschermd zijn of omdat ze denken geen risico te lopen. Of omdat dat gewoon niet in hun aard ligt. Zij zullen snel weer soepeler omgaan met regels en dat kan ertoe leiden dat de ‘angstigen’ nog angstiger worden. Werkgevers zullen moeite moeten doen om ervoor te zorgen dat er door de verschillen niet te veel spanningen komen, dat er kritiek wordt gegeven, dat mensen geïsoleerd geraken. Ook bij vriendengroepen kan dat meespelen: sommigen gaan elkaar willen zien, anderen (nog) niet.”
Hoe haal je die angst weg?
“Het komt erop aan meer met elkaar te communiceren. Explicieter ook. Het is niet vreemd iemand eerst te vragen of het oké is zijn of haar hand te schudden, te kussen of aan te raken.”
Moeten we niet gewoon de sprong wagen en ons in de massa begeven? Gewoon doen, dus.
“Dat is nogal kort door de bocht – we moeten veiligheid voorop stellen – maar mensen moeten wel met een risico leren leven. Zolang er geen medicijn of vaccin gevonden wordt, zullen wetenschappers zoveel mogelijk transparant moeten communiceren dat ze er alles aan doen om de risico’s op besmetting zo klein mogelijk te houden. Ze moeten preventief geruststellen, maar mensen moeten beseffen dat nu angstig zijn oké is en dat die gevoelens samen met de maatregelen afgebouwd kunnen worden.”
Vergeten we snel dat we ooit bang waren?
“Absoluut. Ons eerste festival zal misschien wat raar aanvoelen, maar al snel zal het vroegere gewoontegedrag en het leuke gevoel het in onze hersenen overnemen. Ik denk dat 90% deze crisis na een tijd weer vergeet, tenzij we er in de toekomst meer mee geconfronteerd worden.”
Velen denken er over na en hebben een bepaalde angst ervoor. En toch is het gewoon leren om anders om te gaan. Wie je tegenkomt of mee afspreekt zal je nu eerst vragen een kus of een hand te delen. Maar een begroeting kan je op vele manieren. Denk maar aan een namasté begroeting.
Wat we nooit geleerd hebben zal je nu jezelf moeten aanleren. Ik voel bij veel mensen aan die eigenlijk een vorm van smetvrees aan het creëren zijn. Die continue met handgel rondlopen maar ze vergeten dan ook dat hun handen ervan uitdrogen. Of heel de dag plastic handschoenen dragen. Maar doen ze dan verkeerd uit zodat er nog altijd iets aan hun lichaam kan komen. Mensen gebruik gewoon je gezond verstand. Want als je gaat leven met angsten om aangeraakt te worden, of het virus te krijgen zal je echt niet meer leven, maar geleefd worden. En dat is zeker niet de bedoeling. Het is al erg dat ze dingen verplichten dat voor bepaalde zelfs geen uitkomst bieden omdat het voor de ene wel moet en voor de ander dan weer niet.
Goede richtlijnen zijn geen overbodige luxe als ook de mensen leren hoe ze iets aan moeten trekken en uittrekken. En zeker de angst niet hebben om te leven.
BELANGRIJK VAN AL IS OM GEZOND VERSTAND TE GEBRUIKEN.
AUM NAMASTE BOEDDHA BRUNO
Om Shanthi,
spiritueel en het aardse moet men kunnen verbinden
AUM MANI PADME HUM
Het blijft nog steeds onwezenlijk…
Petra zo mag je niet denken. Het is te verwezenlijken als iedereen het gezond verstand gebruikt en elkaar respecteert.
Aum Shanthi
Mijn leven verschilt niet veel van mijn leven voor de coronacrisis. Het is zelfs iets beter dan normaal. Het normaal van voor de crisis is me hectisch. Er valt veel uit te leren.
Matroos helemaal met je eens stress valt bij velen weg en angst maakt er soms plaats voor.
Zelf heb ik er niet echt veel uit geleerd dan alleen het thuis werk dat voor mij nieuw was.
Aum Shanthi
Zelf ben ik blij ergens, met de afstand met vreemden in winkel, stad etc….
Ik vond verschrikkelijk dat mensenmassa tegen je aan botsten. Daar kreeg ik het Spaans benauwd van.
Met eigen personen en vrienden vind ik de afstand erg jammer. Ben geen knuffelaar maar wel bij iemand waar mijn hele hart open voor staat en dat mis ik wel.
Liefs
Dat mis je zeker Lavendel die knuffel die aanraking.
En nu maar te hopen dat mensen meer bewust gaan worden van afstand houden en bewust gaan winkelen.
Aum Shanthi
Experts voorspellen einde van handdruk als begroeting: “Hand is nu biowapen”
“Geef de nonkel eens een handje!” Ooit was zulks signaal van een goede opvoeding, daarna kreeg het iets van tirannie, straks zal het ronduit ‘not done’ zijn. Volgens experts zal de handdruk immers (tijdelijk) verdwijnen, zoals ook het optillen van je hoed uit de mode ging, of de handkus. Dit is het verhaal van kleine gebaren met grote betekenis, en hoe die gebaren plots iets anders kunnen betekenen. “Een hand is nu een biowapen.”
Wie vóór deze eeuw geboren werd, herinnert ze zich nog goed: familiefeesten waar rondborstige tantes je ongegeneerd tegen hun bloemetjesjurk trokken en flink in je wang knepen. “Wat is hij groot geworden!” Opgelegd fysiek contact hoorde in vorige generaties bij het leven: de leraar die een pupil aan zijn oor uit de bank trok, de legerofficier die neus aan neus kwam staan. Macht werd uitgedrukt via het lichaam.
Vandaag píkken we zulke fysieke (of seksuele) intimidaties niet meer. Maar het weigeren van beleefd, fysiek contact was lastiger, het deed immers afbreuk aan sociale conventies. Toen tennisster Eugenie Bouchard in 2015 de uitgestoken hand van haar tegenspeelster negeerde, werd ze uitgejouwd voor slechte verliezer. Moslims die op hun huwelijk weigerden om de schepen een hand te geven, waren hier in 2016 en 2018 voorpaginanieuws. Ook in de politiek was het een thema: toen Trump in februari – amper twee maand geleden! – weigerde om handen met Nancy Pelosi te schudden, was dat toch een dingetje. Omgekeerd: wereldleiders die een Castro of Poetin de hand staan schudden, dat voelde telkens als de vleesgeworden hoop dat alles altijd goed komt.
Nu begraven experts de handdruk. De directeur-generaal van de Wereldgezondheidsorganisatie begroet mensen voortaan met een hand op zijn hart. Ook Anthoni Fauci, Amerikaans directeur van het instituut voor infectieziekten, voorspelt het einde van dit gebaar. We zijn immers full circle gekomen: aanvankelijk diende de handdruk als vredesteken, om te laten voelen dat je hand leeg was of niet op het holster van je pistool rustte. Maar nu is de hand zélf een wapen geworden, “een biowapen” volgens dokter Gregory Poland van de gereputeerde Mayo Clinic. De positieve connotatie is wég. Bedrijven die de handdruk als logo hadden – automerk Hyundai, bijvoorbeeld, in gestileerde versie – veranderen dat in deze coronacrisis, pakweg door een logo met ellebogen.
Drie precedenten
Mocht de handdruk (tijdelijk) in onbruik raken, zou het niet de eerste keer zijn dat een gebaar verdwijnt. Drie voorbeelden. Eén: de Hitlergroet was in het Derde Rijk de normaalste zaak ter wereld, maar werd in 1945 prompt verboden. Twee: even je hoed optillen was tot de jaren 20 van vorige eeuw een courante begroeting, maar raakte samen met het dragen van een hoed in onbruik. Drie: de handkus die in de 18de eeuw nog zeer gangbaar was tussen een man en een (hoger geplaatste) vrouw, verdween (net zoals de buiging) in een meer gelijkwaardige samenleving en werd vervangen door de handdruk.
Wat nu gaat komen, is nog niet duidelijk. Momenteel is het immers moeilijk experimenteren: er is weinig sociaal contact, de meeste mensen zien mekaar enkel via een scherm. Mogelijks zullen de signalen die daar gangbaar zijn – naar mekaar wuiven, een duim opsteken, een Namasté – naar de echte wereld doorgroeien, bijvoorbeeld op het werk. In maart, vlak voor de lockdown, werd ook geëxperimenteerd met ellebogen of enkels wrijven, maar dat had toen een nogal lacherig karakter. Terwijl een begroeting eigenlijk iets serieus is: een sociaal glijmiddel, een blijk van vertrouwen, “misschien kunnen we zaken doen, of vrienden worden, mag ik eens voelen?” Dat is lastig, via het leder van je schoen.
Alternatief is dat we de optie op een handdruk behouden, maar dat eerst doorspreken. “Vráág gewoon wie een hand of kus wil”, was het advies van psycholoog Tine Daeseleire, gisteren in uw krant. Eerst blabla dus, zoals al langer de norm was bij de meest fysieke aller aanrakingen, seksueel contact. Herinner u hoe de Zweden in 2018 op de proppen kwamen met het ‘sekscontract’ als antwoord op #MeToo. Seksuele handelingen tussen prille geliefden moesten eerst een kladversie krijgen – “Is het goed dat ik straks je blouse open?” – wat aanvankelijk waanzinnig en krampachtig leek, maar in coronatijden al helemaal anders klinkt, en zelfs niet meer zo gek klinkt voor drie verjaardagszoenen of een knuffel. “Mag ik u kussen?” In het programma van Bart Peeters was het antwoord meestal een schalkse ‘ja’. In de echte wereld is het kwetsbaar afwachten.
BRON: https://www.hln.be/wetenschap-planeet/wetenschap/experts-voorspellen-einde-van-handdruk-als-begroeting-hand-is-nu-biowapen~a6971165/
Als je even terugblikt in de tijd is er al heel wat veranderd in verband met sociaal contact en begroetingen. Soms in de goede zin soms ook weer niet. Denk maar aan MeToo dat ingeroepen is als men nog maar denkt dat er seksuele handelingen zijn.
Als je nu weet dat het allemaal met een buiging begon. Dat op afstand plaats had. En waar eigenlijk geen contact bij kwam te kijken. Dan had je de hand druk en nadien de handkus en dan de kus op de wang. Men ging meer en meer lichamelijk contact zoeken bij een begroeting. Maar sommigen vonden dat ook weer niet gepast.
Er zijn zelfs landen waar de tong naar elkaar wordt uitgestoken als begroeting. Of de neuzen tegen elkaar. Zo ken ieder land zijn eigen begroeting en nu zullen wij ook moeten leren het anders te doen.
Daarom is het nu misschien verstandig om de vraag te stellen, mag ik je een hand geven heb je graag dat ik je een zoen geef.
Aum Shanthi